Waldemar Kamer
Gisela Berlt
Bücher - Books - Livres - Libri - Boeken

Boeken

Een Familiekroniek / personenlijst

Chronique familiale

Gisela K., geborene Tiedke (1911-1991) en Vollrat K. (1905-1944)
(de grootouders van W.K.)


Doop van de kleine Gisela, met haar moeder (Paula), grootmoeder (Dorothea) en overgrootmoeder (Antje), in 1911 in Kellinghusen; rechts: Paula met haar luit en haar kinderen Gisela en Wolfgang rond 1915 in Kellinghusen


Gisela als meisje met lang haar en in 1927, op haar zestiende, tijdens de dansles


Gisela rond 1934 als jonge pianiste en docente aan het conservatorium in Leipzig


Huwelijk van Gisela en Vollrat in 1937 in Leipzig


Huwelijksreis in 1937 in Italië (op de foto: Taormina in Sicilië)


Gisela in 1938 met haar eerste kind, Berlt (1937-1947)

Gisela's familie


Johannes Tiedke, “Generaldirektor” van de “Alte Leipziger”- verzekeringen en Paula, zijn echtgenote en moeder van Gisela

Johannes Tiedke (1881-1947)
Een “self-made man”. Als zoon van een arme dominee in Brandenburg, financiert hij zelf zijn rechtenstudie in Parijs en Berlijn (1900-08). Hij verwerft zich een naam omdat hij de “Victoria”-verzekeringen in Berlijn door de grote inflatie van 1923/24 weet te brengen en wordt in 1925 tot “Generaldirektor” van de “Alte Leipziger” in Leipzig benoemd. Onder zijn leiding stijgt deze op tot de op één na grootste verzekeringsmaatschappij in Duitsland. Vanaf het eerste uur weigert J.T. steevast om lid te worden van de NS-partij en lijkt hij de enige man in het Duitse geldwezen (“Grossfinanz”) geweest te zijn, die het waagde de bevelen van Goebbels en Goering niet op te volgen en tegen de “Kristallnacht” te protesteren. Hij wordt in 1939, op de eerste dag van de oorlog, door de Gestapo gearresteerd en gedwongen om uit al zijn functies (ook die van “Reichsarbeitsrichter”) terug te treden. In 1927 bezat hij een eigen vliegtuig, in 1947 sterft hij aan hongertuberculose.

Paula, zijn echtgenote
Pianiste, een van de eerste vrouwen op het conservatorium in Hamburg. Vindt tijdens WWI, van 1914-1918, toevlucht bij haar moeder, die in het stadje Kellinghusen in Schleswig-Holstein voor wezen en oorlogsgewonden zorgt. In 1945 keert zij met Gisela en haar kleinkinderen naar hetzelfde toevluchtsoord terug.


Johannes en Paula, als verloofde in de kostuums die Paula’s moeder voor hen naaide (voor een van haar vele feesten in Kellinghusen). Rechts hun drie kinderen in 1921 in Berlijn: Gisela, Wolfgang en Inge

Hun kinderen :
- Gisela (1911-1991)
- Wolfgang (1913-1987)
- Inge (1920)

Vollrat's familie


Magnus K., jurist en politicus, president van de conservatieve “Deutsch-Nationale Partei“ in Mecklenburg, Anna K., zijn echtgenote en moeder van Vollrat

Magnus I K. (XIXe eeuw)
Grootgrondbezitter in Greven, bezocht met een koets met zes grijze schimmels zijn neef in Schwerin, de groothertog van Mecklenburg. Een van zijn koetsen diende – zonder lakeien en zonder schimmels – in 1945 voor de vlucht van de kinderen.

Magnus II K. (1874-1937)
Kleinzoon van Magnus I, jurist en politicus, president van de christelijk-conservatieve “Deutsch-Nationale Partei“ in Mecklenburg tot de komst van de Nazis. Als oudste van acht kinderen neemt hij de leiding van Greven over na de dood van zijn vijf broers tijdens WWI.

Anna, zijn echtgenote
Dochter van een jurist in Güstrow, nicht van de Premierminister Adolf Langfeld, die in 1918 het aftreden van de laatste regerende groothertog in Duitsland moest ondertekenen.

Hun kinderen :


- Vollrat (1905-1944)
Studeert agronomie & paardenfokkerij en schilderkunst (bij Johannes Itten in Berlijn en bij Roger Bissière in Parijs), trouwt in 1937 met Gisela.


- Anna-Elise,  genoemd “Annalise” (1907-1992)
Studeert schilderkunst met haar broer bij Johannes Itten in Berlijn (waar deze foto met hun vader genomen werd). Daarna, net als Gisela, oorlogsweduwe en vluchteling met vier kleine kinderen.


- Ernst (1911-1941)
Jurist, voor en na zijn studie in Heidelberg, waar hij bij het studentencorps de “Vandalen” dezelfde “Schmisse” krijgt als zijn vader.


- Karl-Christian, genoemd “Krischan” (1914-1942)
De jongste, “kunstenaar” en “bohémien” in Hamburg en Berlijn. Houdt van muziek, theater, opera en wil filmregisseur worden. De oorlog beslist anders en op zijn 28e verjaardag benam hij zich het leven in een “veldhospitaal” in Narva/Estland.

Greven




Het “Gutshaus” met 24 kamers in Greven, een “Rittergut” van 600 hectare in Mecklenburg – waar de familie K. gedurende vijf generaties gewoond heeft (tot 1945)


Vollrat & Gisela in 1938 met de bewoners van het “dorp”, die sinds generaties samen met de familie K. op het landgoed leefden en werkten, (rechts Berlt in een kinderwagen, links de dorpsjeugd en de dorpsfanfare)



Andere geciteerde persoon


Bruno Kastner (1890-1932)
“Ster” van de Duitse stomme film, neef van Johannes Tiedke en excentrieke oom van Gisela, die zich aan de hond en de kat in zijn hotelsuite herinnerde. Wordt in 1921 tot de “beste Duitse acteur” uitgeroepen. Gespecialiseerd in de rol van de romantische minnaar, is B.K. een van de eerste acteurs met wie hele series gedraaid worden (zoals: Der König von Paris of Der Silberkönig). Nadat hij bijna tien jaar lang tot tien films per jaar draaide, eindigde zijn carrière plotseling met de opkomst van de sprekende film. In 1922 moesten geïrriteerde postbodes hem zijn “fanmail” in wasmanden brengen, in 1932 maakte hij een tournee met het “Künstlerhilfswerk”, waarbij vrouwen uit het publiek op het toneel kwamen om met hun idool van vroeger een scène naar keuze te spelen. Na zo’n optreden benam hij zich, 42 jaar oud, het leven.