Ook ik heb van Parijs gedroomd...
In mijn dromen zag ik de ville lumière twinkelen, de lichtstad waar beroemde mensen leven, waar gravinnen diademen met diamanten en revue-girls gordels van bananen dragen, waar in de grands hôtels op de Place de la Concorde en de kleine cafés in Montmartre hele romans geschreven worden. De stad waar de sterren van onbekende kunstenaars rijzen en waar Oscar Wilde in armoede gestorven is. Parijs was voor mij de verre onbereikbare plek waar het geluk op je wacht. Ik zag mezelf in een romantische chambre de bonne onder het dak wonen, met klimop en duiven voor het raam. Ik hoorde mij al nachtenlang met andere bohémiens over moderne kunst debatteren en droomde van de hoed met pluimen van de cocotte, waarop ik oneindig verliefd zou raken. Zo heb ik echt van mijn leven in Parijs gedroomd - geen wonder dat het allemaal zo anders is gegaan dan ik me had voorgesteld.
Het begin was moeilijk, maar uiteindelijk heb ik toch het Parijs van mijn dromen gevonden en in twintig jaar de lichtstad van onder tot boven verkend. Een clochard heeft zich in de metro op mij geworpen en het hemd van mijn lijf gescheurd, een prins heeft voor de open haard de Mondscheinsonate voor mij gespeeld. Ik ben naar boven geklommen en naar beneden afgedaald, ik heb in aristocratische wijken en in volksbuurten gewoond, ik heb het Parijs van de glamour en de bohème verkend. Ik heb met deze stad moeten vechten, maar uiteindelijk heb ik er mijn plaats kunnen veroveren; als student, als acteur, als leider van een theatercompagnie en uiteindelijk als operaregisseur. Ik heb al die tijd geschreven, ’s avonds in mijn dagboeken en overdag als journalist voor dag- en weekbladen, kunst- en theatermagazines. En nu schrijf ik een boek over mensen die ik in Parijs heb ontmoet. Want de tijd is gekomen om getuigenis af te leggen over wat ik gezien en beleefd heb. Ik wil een kroniek schrijven over rijke en arme mensen, beroemde kunstenaars en mensen naar wie zich nooit iemand heeft omgedraaid. Zij leven of leefden allemaal in deze beeldschone maar soms ook gruwelijke stad en het lot wilde dat onze wegen zich kruisten. Sommige rencontres duurden tien minuten, andere tien jaar. Ik wil erover berichten, open en eerlijk, gewoon zoals ik het gezien en beleefd heb.
W.K.
Proloog
I Een chambre de bonne
II Student aan de Sorbonne
III De jonge acteurs en Arletty
IV Malik en de anderen
V Graaf Conrad
VI De clochard in de metro
VII De dame met de bontcape
VIII De jongens onder het dak
IX In een theatercompagnie
X Marlene Dietrich
XI De jonge journalist
XII Interview met de minister
XIII Vera Kouzmitchova
XIV Rudolf Noureev
XV Mijn “vijftien minuten”
XVI Marie-Joséphine Durand
XVII Brief van een onbekende
XVIII De bohémiens
XIX Aurian
Epiloog
Personenregister, Inspiratiebronnen